Arjen, Karin, Loek en Suus op avontuur

De mijn in! (Potosi in Bolivia)

Zijn we weer......

Rondreizen isecht een pretje hier in Bolivia, wat een fantastisch land is dit zeg. We zijn nauwelijks onder de 3.000 mtr. boven zeeniveau geweest, alles is hier high altitude. Over het tripje van Tupiza naar de Salar de Uyuni heeft ons Karina iets leuks getikt, ik begin even in Potosi.

Eigenlijk best een zielig verhaal, Bolivia is namelijk straatarm maar voor hetzelfde geld had het stinkend rijk kunnen zijn. Het schijnt dat het land rijk is aan allerlei grondstoffen, maar een paar verkeerd getimede oorlogen (is een oorlog ooit goed getimede?) en Bolivia was zijn kustprovincie kwijt. Geen kust, dus geen haven, dus geen goede exportmogelijkheden voor alle grondstoffen. Peru en vooral Chili zijn er flink beter van geworden schijnt.

Potosi is een stad gelegen op 4.200 mtr. boven zeeniveau, en het ligt aan de voet van de berg Cerro Rico (wat zoveel betekend als Rijke Berg). Vanaf de 15e eeuw werd erbegonnen met mijnactiviteiten, zilvererts.In de 17e eeuw kon deze Boliviaanse stad qua rijkdom zich meten met London, Parijs en New York! Nu is het gemiddelde Boliviaanse stad waar nog steeds alles draait om de Cerro Rico. In de berg wordt nog steeds flink gemijnd, en tegenwoordig kunnen toeristen een rondleiding krijgen. We hoorden er al veel over onderweg van medereizigers (niet geheel gevaarloos en zéér claustrofobisch!). Beetje dubbel gevoel krijg je er wel bij, veel jonge gasten (12 jaar) werken noodgedwongen 8 uur per dag ondergronds, en dan komen wij leuk met ons rugzakje en compactcameraatje een beetje 'aapjes kijken'. Toch besluiten we te gaan,het lijkt ons een bijzondere ervaring en bovendien krijg je tijdens de rondleiding de kans om iets terug te doen voor de mijners.

Voorafgaand aan de tour krijgen we beschermende kleding (helm incluis) aan. Geen overbodige luxe blijkt later, de mijn is niet gebouwd op een 1,92 mtr. hoge Arjen. Daarna bezoeken we de mijnwinkeltjes waar we presentjes kopen voor de mijners. Dit is een beetje het goedmakertje voor het feit dat we hun op deze ellendige werkplek gaan bezoeken. We kopen dynamiet, limonade, beschermende handschoenen en Coca-bladeren. Deze bladeren (waar ze ook, nietverder lezen moeders,Cocaine van maken) kauwen de mijners de hele dag door. Houd je fris zeggen ze, en helpt tegen de hoogteziekte. (IJle lucht hoor, op bijna 5.000 mtr.!) Daarna met het busje naar de mijn, en na wat final instructions gaan we naar binnen.

Oef! Valt dat ff tegen! Bijna constant gebukt lopen en de lucht is erg ijl, maar ook stoffig. Zonder hoofdlamp zie je geen hand voor ogen. Van nood beginnen we ook maar op Coca te kauwen.... Placebo-effect of niet, ik vind het heerlijk en het helpt als de sodemieter. We gaan de mijn 400 meter in, en zakken dan een niveautje af naar beneden. Kruip-door-sluip-door, op de knieen tijgerend. We komen verschillende mijners tegen. Op de hoofdgangen naar buitenliggen rails, en op een gegeven momentdenderen er met hoge snelheid drie van die karretjes met opbrengstnaar beneden. Voor mij was het gewoon puin, maar het zal wel waarde hebben gehad. Nog een niveautje lager bezoeken we een mini-mijntje in privé-bezit. De meeste mijners werken 'in dienst van' een cooperatie, maar dit mijntje isdusfamiliebezit. We ontmoeten een veertienjarige gozer die al twee jaar in de mijn werkt. Zijn vader had de mijn gekocht maar is overleden, en zijn broer is van het type luiwammes. Hij staat er dus alleen voor om de familie-investering uit te buiten. Ontroerend, hartverscheurend, brok-in-de-keel, vreselijk, vul de superlatieven maar in. Op die leeftijd zat ik (onsuccesvol)achter brugklas-vriendinnetjes aan te vangenen deze jongen leeft meer onder dan boven de grond. Pardoes geven we alle meegebrachte cadeaus aan hem, de hele groep is danig van slag. We verlaten de mijn, de hele middag hebben we nodig om fysiek en mentaal bij te komen van het avontuur.

Na Potosi bussen we naar Sucre, leuk koloniaal stadje op 2.900 mtr. boven zeeniveau. Feitelijk is dit de hoofdstad van Bolivia, maar praktisch gezien is dat nog steeds La Paz.In Sucre doen we niet veel. We zitten samen in het hostel met Anna en Matt en Jonh en Penelope van de Adventure Car. John en Penelope zijn 60+, dus voor wie dacht dat dit iets is voor jongelui komt hier bedrogen uit. Ben, Jenny, René, Truus, buurtjes, collega´s, wie het wat lijkt zo'n reisje als dit: het kan dus! We gaan elke avond samen lekker eten bij café Joyrideen we maken een stadswandeling onder leiding van een gids van Café Amsterdam. Voor wie ooit naar Sucre gaat,is dit een aanradertje! Ook bezoeken we een leuke zondagmarkt in de omgeving. Na drie dagen pakken we de nachtbus en sjeesen richting La Paz.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!